Stichting
Interkerk = terug naar ‘af’
Het
is nooit de bedoeling geweest dat de christelijke kerk verdeeld
zou worden.
Bij het begin van het christendom, vanaf het pinksterfeest in 30
na Christus, ontstond er in elke woonplaats één groep
christenen, die op een zodanige wijze in eenheid met elkaar omgingen
dat Tertullianus omstreeks 200 na. Chr. opschreef dat heidenen en
tegenstanders van de christenen over hen zeiden: ‘Zie hoe
ze elkaar liefhebben.’ Daarmee ging Jezus’ gebed, dat
Hij kort voor zijn gevangenneming uitsprak, in vervulling:
'Ik bid… voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat
zij allen één zijn, …opdat de wereld gelove,
dat Gij Mij gezonden hebt, ...opdat de wereld erkenne, dat Gij mij
gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij mij liefgehad
hebt; …en Ik heb hun uw naam bekend gemaakt en Ik zal hem
bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt,
in hen zij en Ik in hen’ (Johannes 17:20-26 NBG-1951).
De eerste christenen hadden aandacht voor elkaar en verdroegen geen
onderlinge verdeeldheid. Ze konden niet zonder elkaar, net zoals
de onderdelen van een lichaam niet zonder elkaar kunnen (wat bijv.
tot uitdrukking kwam in de wijze waarop ze hun samenkomsten hielden,
waarover Paulus o.a. schrijft in 1 Korintiërs 12 – 14).
In Efeziërs 4:2-4 schrijft hij ‘Wees steeds bescheiden,
zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. Span u in
om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren
die de Geest u geeft: één lichaam en één
geest, zoals u één hoop hebt op grond van uw roeping,
één Heer, één geloof, één
doop, één God en Vader van allen, Die boven allen,
door allen en in allen is.’
De eerste christenen stonden ook open voor de wereld om hen heen
en stelden zich daarin onbaatzuchtig dienstbaar op.
Het moet!
De weg terug is om vele redenen noodzakelijk; verdeeldheid is op
geen enkele wijze te verdedigen: het is letterlijk een doodzonde
tegenover God en elkaar: we snijden het plaatselijke Lichaam van
Christus erdoor in stukken… Wat zou het geweldig zijn wanneer
op een zondag een pastor, dominee of voorganger aan het begin van
de samenkomst met de mededeling komt dat er in de voorafgaande weken
ernstige gesprekken gevoerd zijn in de kerkenraad, omdat men tot
de verbijsterende ontdekking is gekomen dat de ‘eigen’
kerk ontstaan is door een ruzie of meningsverschil met medechristenen,
een verdeeldheid die tot de dag van vandaag niet is opgelost en
waar ook geen moeite voor gedaan wordt. Op grond van die ‘ontdekking’
heeft de kerkenraad een aantal besluiten genomen:
-
Vandaag wordt de zonde van de verdeeldheid beleden, net als iedere
'gewone' zonde en wordt om vergeving gebeden voor de verschrikkelijke
gevolgen van deze liefdeloosheid die jarenlang heeft doorgewoekerd.
-
Het is onmogelijk om met deze zonde van de verdeeldheid verder
te leven, dus wordt 'onze' kerk opgeheven.
-
Voor de wijze waarop dat gebeurt vragen we God samen om wijsheid.
Hij zal stellig het tempo aangeven waarin dat moet gebeuren, maar
het besluit staat vast: onze samenkomsten wórden opgeheven
en we gaan ervoor vechten dat er in onze woonplaats nog slechts
één samenkomst van alle plaatselijke christenen
overblijft (in steden mogelijk in woonwijken, met grenzen die
gelijk zijn aan geografische grenzen, die inclusief hun bestuursorganen
niet alleen ‘aards’ zijn maar ook in de hemel en zelfs
in de hel gelden; hoe alles precies in elkaar past gaat God wel
duidelijk maken!).
Te vrezen
is dat weinig kerkenraden deze stap zullen willen zetten. Op grond
daarvan menen velen dat de weg terug onmogelijk is, maar dat is niet
waar. Herstel van eenheid is niet per definitie afhankelijk van het
vallen van de muren van de kerkgenootschappen. Eerder zal het omgekeerde
gebeuren: er zal een proces ontstaan waarin steeds meer christenen
dwars door de kerken heen elkaar gaan opzoeken en met elkaar gaan
bidden en zoeken naar de weg terug.
God zal aan dat proces zeker leiding geven, WANT HIJ STAAT ERACHTER
op grond van het gebed van Zijn Zoon (Johannes 17)! Doordat deze mensen
uit liefde de kerken waar ze bij aangesloten zijn niet zullen verlaten,
maar méér dan voorheen betrokken zijn en ervoor bidden,
zal er een proces plaats vinden waardoor de muren van de kerken steeds
verder van binnenuit ondergraven worden, en tenslotte zelfs de leiders
de verdeeldheid op zullen geven!
Zullen ze dat allemaal doen? Daar is een wonder voor nodig, want te
vrezen valt dat in een deel van de kerken een rest zal overblijven
die zich absoluut niet wil verzoenen met christenen uit andere kerken.
Hoe dat afloopt? God weet het. Misschien is Jezus dan allang teruggekomen!
Zeker is dat herstel van eenheid slechts in een tijd van geestelijke
opwekking of juist van verdrukking tot stand kan komen:
slechts door een nieuwe Liefde of door een grote nood zal men elkaar
weer op willen zoeken.
Het kan!
Dus is in tegenstelling tot wat velen beweren de weg terug wel degelijk
mogelijk, waarbij het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’
voor velen een rem is. Het tempo waarin het herstel van de eenheid
plaats vindt wordt bepaald door het verlangen daarnaar bij de christenen,
dwars door de kerken heen.
De weg erheen is als de woestijnreis die het volk Israël naar
het beloofde land maakte.
Jaar in - jaar uit, dag in - dag uit, was er vóór en
àchter hen woestijn, en geen uitzicht dat ze er eindelijk waren,
tót op een dag het plotseling zover was! Al die jaren waren
daar dagelijks de huilende baby’s, ondeugende kinderen, echtgenoten
die ruzie met elkaar hebben, mekkerend vee, eentonig eten, mopperende,
egoïstische mensen en mensen die altijd ruzie maken en van een
mug een olifant maken en het licht in een andermans ogen niet gunnen.Ook
tijdens ‘onze’ woestijnreis worden de deelnemers steeds
opnieuw beproefd of zij werkelijk nog de wil hebben om verder te gaan,
of dat zij liever terugkeren naar het oude bekende: de ‘eigen’
kerk met zijn ‘veilige’ muren.De tegenstander van God
beseft veel meer dan de christenen wat voor geweldige dingen er gaan
gebeuren wanneer de christenen weer één worden, wat
af te leiden valt uit Jezus’ gebed om eenheid (Johannes 17;
zie o.a. de tekst hierboven): door de liefde die
de christenen voor elkaar hebben en door de manier waarop ze zich
in de maatschappij opstellen zullen
er veel mensen tot geloof komen, omdat je aan hen kunt zien dat hun
ervaring ‘echt’ is.
Ego-trippers?
Meer dan 25 jaar ervaring van Stichting Interkerk heeft geleerd dat
de beproevingen bijna uitsluitend liggen op het gebied van elkaar
willen liefhebben, elkaar trouw blijven en elkaar willen dienen, wat
altijd méér van je kost dan je lief is. Dat was het
kenmerkende van Jezus en van de eerste christenen; ik stel me zo voor
dat de eerste christenen stonden te dringen wie van hen mocht helpen
als er ergens een probleem ontstond!
Je leven opgeven voor je hobby ervaart niemand als een offer, maar
jezelf en je vrije tijd opgeven voor iemand anders, die je misschien
van nature helemaal niet ligt, is andere koek; dat lukt pas op het
moment dat je je realiseert dat wat je doet niet primair voor die
ánder is, maar voor Jézus! 'Wat u ook doet, doe
het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen'
(Kolossenzen 3:23).
Steeds opnieuw creëert God situaties waarin de ‘woestijnreizigers’
moeten beslissen of ze bereid zijn elkaars lasten te dragen, dan wel
dat ze oogkleppen opzetten en hun eigen gang gaan. Steeds opnieuw
moeten ze beslissen of ze ten opzichte van elkaar in het licht willen
blijven wandelen en nadrukkelijk weigeren dat er onderlinge spanning,
verwijdering en duisternis ontstaat – of niet.
Johannes schrijft hierover uitvoerig in zijn brieven en kent slechts
twee uitersten: òf je hebt iemand lief, òf je haat hem.
Iemand een béétje liefhebben is voor hem (en voor God!)
hetzelfde als hem haten, wat gelijk gesteld wordt met moord (1 Johannes
3:15). Voortdurend wordt het werk door God beproefd op wat in 1 Johannes
3:16-17 staat: ‘Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem
die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven
te geven voor onze broeders en zusters. Hoe kan Gods liefde in iemand
blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart
sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?’
De duivel werkt heel vaak in op je gevoelens, en tracht iemand tot
uitspraken te brengen als:
-
Je moet niet denken dat ik…
-
Ik ben niet van plan om…
-
Ik heb er geen zin in om…
-
Ze zoeken het zelf maar uit…
-
Laat iemand anders het maar doen…
-
Ze kunnen me wat…
Het komt!
Een klein voorbereidend begin van herstel van de eenheid is er vandaag
in Hoorn. God voegt mensen toe. Er zijn ook mensen (tijdelijk?) afgevallen
die de beproevingen te zwaar vonden en de prijs te groot.
Met elkaar gaan we verder. Zodra de door God bepaalde maat van volharding
van het elkaar lief hebben
en elkaar dienen bereikt is zal 'het beloofde land' bereikt worden,
zullen de 'wolken' scheuren en zal de eenheid tussen de christenen
zichtbaar hersteld worden, door zich als een snel groeiende olievlek
over Hoorn te verspreiden.
- méér dan een droom.
|