
Beste
lezer,
Er is één God.
Die God wil graag dat we Hem kennen.
Daarom liet Hij een boek voor ons schrijven: de Bijbel.
In de Bijbel, die geschreven werd door tal van verschillende mensen,
die God daarvoor uitkoos, vertelt Hij hoe Hij de wereld en alles
wat daarop en daarin is, geschapen heeft. Ook wordt daarin verteld
op welke bijzondere wijze God met de door Hem geschapen eerste mensen,
Adam en Eva, omging, maar ook hoe die relatie door hoogmoed en eigenwijsheid
kapot gemaakt werd.
Steeds opnieuw vertellen de Bijbelschrijvers dat er een mens, die
tegelijk de Zoon van God zal zijn, in de wereld zal komen om de
kapotte relatie met God te herstellen: Jezus. Toen Jezus ruim 2000
jaar terug in de wereld kwam en Hij in het jaar 27 zijn openbare
bediening begon, bewees Hij door ongelooflijke wonderen en tekenen
dat wat Hij over God vertelde geen bla-bla verhaal was, maar dat
het wáár was wat Hij zei en dat Hij de eeuwenlang
voorspelde ‘verlosser’ was die de kapotte relatie met
God weer zou herstellen.
Deze Jezus was als enige in staat om de Bijbel naar waarheid en
voor 100% betrouwbaar uit te leggen. Immers, de mensen die hem geschreven
hadden waren allang dood; aan hen kon niet meer gevraagd worden
wat ze bedoelden toen ze bepaalde dingen opschreven, die later aanleiding
tot meningsverschillen gaven. Bovendien hadden deze schrijvers maar
al te vaak in opdracht van God dingen opgeschreven die ze zelf niet
eens begrepen. Alleen God, Die de inspirator van de Bijbel is, was
daartoe in staat, evenals Zijn Zoon, door de Heilige Geest Die in
Hem was.
Jezus belooft dat alle mensen die in Hem geloven in antwoord op
hun gebed ook de Heilige Geest zullen ontvangen, Die hen tot de
volle waarheid zal/wil leiden (Lukas 11:10-13 en Johannes 16:5-15).
Daarom is het onmogelijk dat twee christenen blijvend een meningsverschil
hebben ten aanzien van de uitlegging van de Bijbel: wanneer zij
samen bereid zijn zich biddend te onderwerpen aan de leiding van
de Heilige Geest zullen zij (door God) gegarandeerd tot hetzelfde
inzicht komen (waarbij zij mogelijk leiding ontvangen om andere
christenen daarbij om raad te vragen, waarbij de Heilige Geest dan
aan hun hart bevestigt of de verkregen raad juist is – of
niet). Ondertussen geeft dit geschil geen van beiden het recht om
zich van de ander los te maken en het vertrouwen in hem op te zeggen.
Liefde en geduld maken dat ze elkaar ondanks hun geschil respecteren.
Dit geldt overigens niet alleen voor zaken van godsdienstige aard,
maar ook voor de weg die mensen samen hebben te gaan in dit leven.
Zelfs bij de ernstigste uitglijders hoort het zo te zijn dat ze
niet voor elkaar kapot kunnen gaan: ‘Heb elkaar vóór
alles innig lief, want liefde bedekt tal van zonden’ (1 Petrus
4:8). Dit alles is mogelijk geworden door wat er op de Pinksterdag
in het jaar 30 na Chr. gebeurde toen op spectaculaire wijze de Heilige
Geest werd uitgestort, 50 dagen nadat Jezus op het Paasfeest uit
de dood was opgestaan. Elke christen hóórt die Heilige
Geest te ontvangen. Dáárdoor is hij in staat Gods
stem en leiding in zijn leven te verstaan. Bovendien kan hij daardoor
de mensen om hem heen lief hebben, op een wijze die ver boven zijn
menselijke vermogens uitgaat. Het resultaat daarvan is een
eenheid die niet kapot te krijgen is. Daarom:

|